Indien belerend gelieve zich te onthouden
De lichting ontwerpers van Taskforce Fashion boden afgelopen jaar duurzame ervaringen zonder belerend vingertje. Ze werden gedropt in een voor hen onbekende omgeving en zorgden tussen de lockdowns door voor verbinding in de buurt en de klas.
Team Maastricht - photo Laura Knipsael<br>
‘Duurzaamheid is saai!’
Ik wist even niet wat ik hoorde. Mijn levenswerk, mijn journalistiek engagement, mijn lijf en leden en, niet onbelangrijk voor deze tekst, het achterpoortje waardoor ik, als pseudo- leek, toch de wondere wereld van de mode wist te betreden ... Not to mention misschien wel de enige manier dat we de wereld van een apocalyptische klimaatondergang kunnen redden ... Is dàt saai?
Aan het woord is de Amsterdamse Esra Copur, (kostuum)ontwerper, installatie artist en een van de deelnemers van Taskforce Fashion in Maastricht. Ze werkt onder meer samen met Amsterdammer Antoine Peters, ook een maker van installaties. ‘Ze noemen me een modeontwerper’, maar zo zou hij zichzelf nooit noemen – net zomin als ik mezelf als modejournalist zou bestempelen, allicht.
expositie TextielMuseum Tilburg<br>
Buitenstaander
Antoine sluit net als Esra aan in dit interview. Samen werden ze gedropt in een kansarme wijk in Maastricht. Lena Winterink, nog een Amsterdamse, kwam terecht in het Oude Noorden in Rotterdam. Het is een buurt die zowel Lena als ikzelf heel fijn vinden, maar die toch ‘zwak’ bleek te scoren. Tenminste, dat zegt de ‘Leefbarometer’, een overheidsmodel dat het contact tussen bewoners nagaat. Jessica van Halteren, die er tijdens het gesprek niet bij kon zijn maar wel uitgebreid het woord nam in een aftermovie beschikbaar via YouTube, werd op haar beurt gedropt in het noorden van Tilburg. In de documentaire spreekt ze onder meer hoe ze als buitenstaander de buurt wou leren kennen. Ze vertelt dat mensen haar juist heel veel leken toe te vertrouwen, ‘terwijl dat niet per se hoeft’, zegt ze erbij. Heerlijk, denk ik, want zo voel ik me ook vaak als journalist.
Want ik ben net zozeer gedropt in dit
gesprek, de zoveelste Zoommeeting
van dit jaar, maar dan wel eentje waar
ik effectief naar uitgekeken heb. Ik ben
een Belgische freelancejournalist en kom
maar af en toe in Nederland. Afgezien
van enkele werktripjes naar Rotterdam
en een recente citytrip die me – puur
toeval, of net niet, want ook mij leek dit
niet zo’n probleemwijk maar juist een
hypergezellige buurt – naar het Oude
Noorden van die stad gevoerd had, ken ik
de steden in kwestie helemaal niet. Laat
staan dat ik in minder bekende buurten
zou geweest zijn. Ik zette zelfs nog geen
voet binnen in het Textielmuseum in
Tilburg. Misschien moet ik daar toch eens
verandering in brengen. Wie weet hoef ik
mezelf nadien niet langer als
“pseudo-modeleek” te bestempelen.
Team Rotterdam<br>
Jezelf vrijwillig laten droppen in een con- text waar je vooraf geen kennis over hebt, kan net inspirerend zijn. ‘Ik durf bijna te zeggen dat het bijna niet uitmaakt in wel- ke context je gedropt bent’, zo benoemt Lena het doorheen het gesprek. ‘Natuurlijk hebben wij elk als ontwerper ons eigen pakket expertise, die we kunnen inzetten in een context, die je kan gebruiken om je kijk op een situatie te geven, om met anderen samen te werken. Maar eigenlijk is het juist erg interessant dat je ergens niks van af- weet en dan je tanden erin zet.’
Interessant ... En juist niet saai.
Duurzaamheid is saai?
Want wat had Esra juist bedoeld met haar onomwonden – ‘Duurzaamheid is saai!’, weet je nog wel – standpunt, dat mij zo diep geraakt heeft? Niet dat mijn werk niet waardevol is, tenminste, dat hoop ik toch – anders was Esra vast niet zo breed aan het glimlachen tijdens ons gesprek. Niet dat haar eigen werk niet waardevol is, want Esra werkt net heel veel met tweedehands textiel in haar ontwerpen.
‘Wij kwamen al snel bij het uitgangspunt dat de kracht van mode erin bestaat om mensen meer zelfvertrouwen, meer eigenwaarde te geven’, geeft Antoine, die mee met Esra het project in Maastricht trok, wat meer duidelijk bij de plannen die zij tot uitvoering gebracht hebben. In een schooltje in die “minder goede” buurt in Maastricht gaven Antoine, Esra en nog drie andere ontwerpers workshops aan kinderen uit de lagere school. Ze kozen voor achtstejaars, net op een cruciale drempel in hun leven, de stap voor het middelbaar onderwijs, de puberteit, volgens menig ouder “de apenjaren”, de jaren waarin ze hun identiteit ontwikkelen en/of die juist helemaal transformeren.
Team Maastricht - photo Laura Knipsael<br>
De waardering die die jongeren hadden voor de aandacht en lessen die Antoine, Esra en de anderen hen gaven, was immens. Lessen mag je in deze context niet letterlijk zien – saai! Op een speelse, creatieve manier hebben Esra en co zowel kennis als waardering overgebracht. ‘Aan het begin van het proces hadden we diverse Zoommeetings,’ vertelt Antoine, ‘maar die liepen acuut vast. Het leek alsof we bijna de wereldproblemen wilden gaan oplossen. Tot we op een gegeven moment opnieuw richting mode tunnelden en, gezien de expertise van de teamleden, workshops uitdachten op maat van de jongeren. Toen vielen alle puzzelstukjes in elkaar.’
Kleine winsten
Branko Popovic van FASHIONCLASH volgde het traject in zowel Maastricht als Tilburg van dichtbij. De gesprekken over duurzaamheid die daar gevoerd werden, vielen de ontwerpers zwaar. ‘Ik stop ermee want ik kan het toch niet oplossen’, lijkt bijna het enige antwoord, vertelt Branko na. ‘Dit traject is erg kwetsbaar. Ontwerpers voelen zich overvallen door de hoeveelheid vraagstukken die raken aan de mode- industrie. Terwijl er zoveel winst op kleine schaal behaald kan worden’, wijst hij naar de fotoshoot uit Tilburg, waarin jongeren uit de wijk hun stijl toonden, “De Stijl van Noord”.
Team Tilburg - photo Raoul Laisina<br>
Herkenbaar voor Lena, die in Noord-
Rotterdam aan de slag ging en daar de
politiek in vraag stelde met haar project
Stof Voor Gesprek. Want hoezo, het
Oude Noorden is een probleemwijk?
Lena ervaarde de buurtbewoners juist
als extreem vriendelijk en nieuwsgierig.
‘Ik moest maar een foto nemen of ze
spraken mij al aan’, weet zij nog. In een
gesprek over haar project zijn kleren een
bindende factor. We dragen dat immers
allemaal. ‘Kleding is een belangrijk
communicatiemiddel dat veranderingen
in gang kan zetten. Ik heb niet de ambitie
om de wereld te veranderen. Om een
wereldprobleem op te lossen is er heel veel
geld, mensen en wilskracht nodig. Dat heb
ik niet in de hand. Wat ik wel kan doen, is
een zaadje planten.’
Team Rotterdam - Lena Winterink & Lisanne Janssen <br>
‘Dus,’ vult Esra onomwonden aan, ‘laten we er gewoon iets mee doen, in plaats van het er de hele tijd over te hebben. Fashion kan zoveel meer emoties oproepen, het kan zo inspirerend zijn. Ik ben kunstenaar, ik wil laten zien dat het anders kan dan met een belerend vingertje te wijzen. We hebben jongeren begeleid die nog nooit in aanraking gekomen waren met creatieve activiteiten. Zeker het naaien vonden ze helemaal geweldig!’ aanraking gekomen waren met creatieve activiteiten. Zeker het naaien vonden ze helemaal geweldig!’
‘Mode is een echte conversation starter’, concludeert Antoine. ‘Een Paard van Troje, want iedereen draagt het, iedereen heeft ermee te maken. Op het einde van de dag waren de juf en de jongeren zo ontzettend dankbaar. Ik kreeg er tranen van in mijn ogen.’
Watch Taskforce Fashion documentary
<br>
Sarah Vandoorne specialiseert zich als freelancejournalist in een eerlijkere textielindustrie. Duurzaamheid is haar stokpaardje, maar meestal schrijft ze over onrecht en (on)macht, van katoenplantage tot kleerkast.
Fotografie: Laura Knipsael, Raoul Laisina
More information: https://taskforcefashion.nl